Wat is het carter? Inleiding tot het carter

2021-01-18

Het onderste deel van het cilinderblok waar de krukas is geïnstalleerd, wordt het carter genoemd. Het carter is verdeeld in een bovencarter en een ondercarter. Het bovenste carter en het cilinderblok zijn als één lichaam gegoten. Het onderste carter wordt gebruikt om smeerolie op te slaan en het bovenste carter af te sluiten, daarom wordt het ook wel de oliecarter genoemd. De oliecarter heeft zeer weinig kracht en is meestal uit dunne stalen platen gestanst. De vorm hangt af van de algemene indeling van de motor en de oliecapaciteit. In de oliecarter is een oliestabilisatieschot geïnstalleerd om overmatige schommelingen in het oliepeil tijdens het rijden te voorkomen. De onderkant van de oliecarter is ook voorzien van een olieaftapplug, meestal is er een permanente magneet op de olieaftapplug geïnstalleerd om metaalspanen in de smeerolie te absorberen en motorslijtage te verminderen. Tussen de verbindingsoppervlakken van het bovenste en onderste carter is een pakking geïnstalleerd om olielekkage te voorkomen.

Het carter is het belangrijkste onderdeel van de motor. Het draagt ​​de kracht over die wordt overgebracht door de drijfstang en zet deze om in koppel dat via de krukas wordt afgegeven en andere accessoires op de motor aan het werk zet. De krukas wordt onderworpen aan de gecombineerde werking van de middelpuntvliedende kracht van de roterende massa, de periodieke gastraagheidskracht en de heen en weer gaande traagheidskracht, zodat het gebogen lager wordt onderworpen aan buig- en torsiebelastingen. Daarom moet de krukas voldoende sterkte en stijfheid hebben, en moet het oppervlak van de tap slijtvast zijn, gelijkmatig werken en een goede balans hebben.

Het carter zal het contactoppervlak tussen het grote uiteinde van de drijfstang en de tap verslijten als gevolg van de onreine olie en de ongelijkmatige kracht van de tap. Als de olie grote en harde onzuiverheden bevat, bestaat er ook het risico dat er krassen op het journaaloppervlak ontstaan. Als de slijtage ernstig is, zal dit waarschijnlijk de slaglengte van de zuiger op en neer beïnvloeden, de verbrandingsefficiëntie verminderen en op natuurlijke wijze het vermogen verminderen. Bovendien kan de krukas ook brandwonden aan het astapoppervlak veroorzaken als gevolg van onvoldoende smering of te dunne olie, wat in ernstige gevallen de heen en weer gaande beweging van de zuiger kan beïnvloeden. Daarom moet smeerolie met een geschikte viscositeit worden gebruikt en moet de zuiverheid van de olie worden gewaarborgd.