De functie en het onderhoud van de ademhalingspijp van het carter van een dieselmotor

2021-07-29

Dieselmotoren zijn uitgerust met carterventilatiepijpen, algemeen bekend als ademhalingstoestellen of ventilatieopeningen, die ervoor kunnen zorgen dat de holte van het carter met de atmosfeer communiceert, het brandstofverbruik vermindert, storingen vermindert en goede werkprestaties garandeert. Wanneer de motor werkt, zal het gas in de cilinder onvermijdelijk in het carter lekken, en de lekkage van de cilindervoering, zuiger, zuigerveer en andere onderdelen zal na slijtage ernstiger worden. Nadat het gas in het carter lekt, zal de gasdruk in het carter toenemen, waardoor de olie uit het verbindingsoppervlak van het motorlichaam, de oliecarter en het oliepeilgat lekt. Bovendien bevat het gelekte gas zwaveldioxide en is de temperatuur hoog, wat de verslechtering van de motorolie zal versnellen. Vooral bij een eencilindermotor wordt, wanneer de zuiger naar beneden gaat, het gas in het carter gecomprimeerd, wat weerstand veroorzaakt tegen de beweging van de zuiger.

Daarom kan de functie van de carterontluchtingsleiding als volgt worden samengevat: het voorkomen van verslechtering van de motorolie; voorkomen lekkage van krukasoliekeerring en carterpakking; voorkomen dat lichaamsdelen corroderen; voorkomen dat verschillende oliedampen de atmosfeer vervuilen. Bij feitelijk gebruik is het onvermijdelijk dat de ventilatieleiding verstopt raakt. Om deze vrij te houden, moeten er regelmatig onderhoudswerkzaamheden plaatsvinden. In de algemene werkomgeving kan elke 100 uur een onderhoudscyclus zijn; Als u in een ruige omgeving werkt met meer stof in de lucht, moet een onderhoudscyclus 8-10 uur duren.

De specifieke onderhoudsmethoden zijn als volgt: (1) Controleer de pijpleiding op afvlakking, schade, lekkage, enz., maak deze vervolgens schoon en blaas deze met perslucht. (2) Voor het carterventilatieapparaat dat is uitgerust met een eenrichtingsklep, is het noodzakelijk om zich te concentreren op inspectie. Als de terugslagklep vastzit en niet is geopend of geblokkeerd, kan de normale ventilatie van het carter niet worden gegarandeerd en moet deze worden gereinigd. (3) Controleer het vacuüm van de klep. Schroef de eenrichtingsklep op de motor los, sluit vervolgens de ventilatieslang aan en laat de motor stationair draaien. Plaats uw vinger op het open uiteinde van de eenrichtingsklep. Op dit moment zou uw vinger een vacuüm moeten voelen. Als u uw vinger optilt, moet de kleppoort een "Pop "Pap"-zuiggeluid maken; als er geen gevoel van vacuüm of geluid in uw vingers is, moet u de eenrichtingsklep en de ontluchtingsslang reinigen.